CT-scan perfusie van het hart

Wat is een CT-hart-perfusieonderzoek?

Een CT-hart-perfusieonderzoek is een aanvulling op een CT-scan van het hart waarbij de kransslagaders van het hart beoordeeld worden. 

Een CT-scan maakt met behulp van röntgenstraling een driedimensionaal (3-D) beeld van het hart. Een CT-hart-perfusieonderzoek bestaat uit twee delen. Tijdens het eerste deel wordt een CT-scan van uw hart gemaakt. De cardioloog kan hiermee het beloop van de kransslagaders beoordelen en er kunnen eventuele vernauwingen in beeld worden gebracht.

Deze methode geeft echter beperkte informatie weer over de gevolgen van deze vernauwingen op de doorbloeding van de hartspier. Daarom wordt bij een CT-hart-perfusieonderzoek een tweede opname gemaakt tijdens inspanning. Omdat het niet mogelijk is om inspanning te leveren in de scanner krijgt u een medicijn toegediend dat inspanning nabootst (regadenoson).

Vervolgens wordt tijdens deze nagebootste inspanning een tweede scan gemaakt waarbij de doorbloeding van de hartspier in beeld gebracht wordt. Door de eerste en de tweede scan naast elkaar te leggen, kan de cardioloog de eventuele vernauwingen in de kransslagaders en de daarmee samenhangende doorbloeding van de hartspier goed beoordelen.

Voorbereiding

Er zijn geen bijzondere voorbereidingen voor dit onderzoek nodig. Wel is het van belang dat u 3 uur van te voren nuchter bent (dus niks hebt gegeten of gedronken) en vanaf 24 uur voor het onderzoek geen koffie, thee, chocolade en cola meer inneemt. Als u zwanger bent, moet u dit van tevoren aangeven. Tijdens de CT-scan wordt namelijk gebruik gemaakt van röntgenstraling die voor uzelf niet heel schadelijk is, maar wel voor het ongeboren kind.

Op de dag van het onderzoek neemt u uw medicijnen in zoals u dat gewend bent. Het is voor de kwaliteit van het onderzoek van belang dat de hartslag zo rustig mogelijk is. Het kan zijn dat uw eigen cardioloog u ter voorbereiding al voor enkele dagen een bètablokker heeft voorgeschreven. Indien u diabetes heeft, moet u in sommige gevallen uw medicatie aanpassen. Als dit bij u het geval is, zal uw arts dit met u bespreken.

Omdat er tijdens het onderzoek gebruik wordt gemaakt van contrastvloeistof krijgt u een infuusnaaldje in uw hand of arm. Als u allergisch bent voor contrastvloeistof, geeft u dit dan van te voren aan.

Als u een sterk verminderde nierfunctie heeft, dient u vanwege de belasting van de contrastvloeistof voorbehandeld te worden.

Het onderzoek

Voorafgaand aan het onderzoek wordt uw hartslag en bloeddruk gemeten. Indien uw hartslag te hoog is, krijgt u een hartslagverlager toegediend. Dit is nodig ten behoeve van de kwaliteit van het onderzoek. De opnames worden gemaakt als het hart even ontspant, hoe langer deze rustfase duurt, hoe minder kans er is op een bewogen opname.

De laborant zal u vragen om plaats te nemen op de onderzoekstafel. Deze tafel zal langzaam in een tunnel schuiven. In de tunnel bevindt zich een röntgenbuis waarmee foto's worden gemaakt. Deze buis draait tijdens het maken van de foto's rond. Dit veroorzaakt wat lawaai maar hier voelt u niets van.

Meestal wordt er contrastvloeistof gebruikt, dit zal via het infuus worden ingespoten. Dit geeft een wat warm gevoel. De contrastvloeistof verlaat het lichaam uiteindelijk via de urine. Daarom is het verstandig om na het onderzoek een paar extra glazen water te drinken. Tijdens het onderzoek kan het zijn dat u nog een kortwerkende vaatverwijder krijgt toegediend onder de tong zodat de kransslagvaten wijd open gaan staan. Hier kunt u wat licht in het hoofd van worden en wat hoofpijn van krijgen, maar dit gaat snel weer over.

Na de eerste scan wordt er 20 minuten gewacht tot het contrastmiddel uit het hart verdwenen is. De radioloog bekijkt dan de beelden van de eerste scan en bepaalt of het nodig is om de aanvullende perfusiescan tijdens nagebootste inspanning te verrichten. U wordt dan uit de scanner geschoven, maar moet wel op de onderzoekstafel blijven liggen. Hierna krijgt u het medicijn regadenoson toegediend, waardoor het hart zich zal inspannen. Hierdoor kunt u het warm krijgen, duizelig en benauwd worden, of klachten van pijn op de borst krijgen. Dit hoort bij het onderzoek, u hoeft zich hierover geen zorgen te maken. Te allen tijde is er een arts aanwezig om u goed in de gaten te houden. Als het medicijninfuus gestopt wordt, nemen de klachten direct af. Het onderzoek neemt ongeveer een uur in beslag; u kunt na afloop gewoon naar huis.

Wanneer krijgt u de uitslag?

Het onderzoek moet zorgvuldig geanalyseerd worden door de radioloog en de cardioloog gespecialiseerd in CT scans van het hart. U krijgt de uitslag tijdens het volgende polikliniekbezoek van uw eigen cardioloog.

Wat zijn de risico’s, bijwerkingen en complicaties?

  • Voor een CT-scan wordt gebruik gemaakt van röntgenstraling. In grote hoeveelheden kan dit schadelijk zijn. De hoeveelheid straling die wordt gebruikt bij een CT-scan is beperkt en dat betekent dat dit over het algemeen niet schadelijk is voor u.
  • Het kan zijn dat u allergisch bent voor contrastvloeistof. Meldt dit als u dit van tevoren al weet, dan kunnen de nodige maatregelen worden getroffen. Als u niet bekend bent met een contrastallergie, maar dit treedt toch op, dan zal de arts u medicatie toedienen om de allergische reactie te behandelen. Soms is het nodig om even opgenomen te worden in het ziekenhuis afhankelijk van de ernst van de allergische reactie.
  • Als u een verminderde nierfunctie heeft, dan kan dit door het toedienen van contrastvloeistof verergeren. Zo nodig worden de nieren voorbereid op het onderzoek door wat extra vocht voor en na het onderzoek toe te dienen via een infuus. Het kan zijn dat het nodig is om enkele dagen na de CT scan de nierfunctie te controleren door nogmaals een bloedonderzoek te verrichten. Als dit bij u nodig is, zal uw cardioloog dit met u afspreken.
  • Als u bekend bent met astma kan het middel regadenoson klachten van benauwdheid geven. Dit kan een reden zijn om in uw geval af te zien van de tweede scan. 

Behandelteam

Het onderzoek wordt uitgevoerd door een radiodiagnostisch laborant. Voorafgaand aan het onderzoek kan het zijn dat een arts van de afdeling Hartziekten uw hartslag en bloeddruk controleert. Deze arts bepaalt of het nodig is om u extra hartslagverlagende medicatie toe te dienen. Ook geeft deze arts u tijdens het onderzoek de vaatverwijdende medicatie onder de tong, die ervoor zorgt dat de kransslagaderen wijd open gaan staan. Als er door de radioloog besloten wordt om ook een tweede perfusiescan te maken, dan is de arts aanwezig tijdens de toediening van het medicijn regadenoson om uw hartslag en bloeddruk goed in de gaten te houden.

Meer informatie

Meldt het als u zwanger bent of borstvoeding geeft, het kan zijn dat het onderzoek dan niet doorgaat.