Tricuspidalisklepafwijkingen

Wat is een tricuspidalisklepafwijking?

De tricuspidalisklep is de hartklep tussen de rechterboezem en kamer van het hart (nr. 8 in onderstaande tekening).
Afwijkingen alleen aan de tricuspidalisklep zijn zeldzaam, meestal komen voor deze in combinatie met andere hart- en klepproblemen voor. Er kan sprake zijn van een vernauwing (stenose) of een lekkage (insufficiëntie)

Wat zijn de symptomen?

Afwijkingen aan de tricuspidalisklep kunnen lang asymptomatisch blijven. Wanneer de afwijking ernstig genoeg is kunt u klachten krijgen van vermoeidheid, benauwdheid bij inspanning en vocht vasthouden (dikke enkels en voeten). Soms kunt u ook klachten krijgen van een verminderde eetlust en vocht in de buik (ascites).

Wat is de oorzaak?

Tricuspidalisklepstenose
Tricuspidalisklepstenose is erg zeldzaam en kan veroorzaakt worden door acuut reuma of carcinoid.

Tricuspidalisklepinsufficiëntie
Tricuspidalisklepinsufficiëntie komt veel vaker voor, maar is vrijwel altijd secundair aan een verderop gelegen probleem. Door een hogere druk in de linkerkant van het hart of in de longen gaat de klep lekken. Door de oorzaak aan te pakken, neemt de lekkage af. Soms is een pacemakerdraad die door de klep heen loopt naar de rechterhartkamer de oorzaak van de lekkage. Ook kan de lekkage secundair zijn aan dilatatie van de boezem bij langdurig boezemfibrilleren. Oorzaken van een primaire tricuspidalisklepinsufficiëntie (dus ten gevolge van het kapot zijn van de klep zelf) is een endocarditis of een aangeboren hartafwijking.

Diagnose

De diagnose wordt over het algemeen gesteld met behulp van een echo van het hart. Meestal is een echo van de buitenkant (transthoracale echo) voldoende. Soms is het nodig om aanvullend een inwendige echo te maken, dit noemen we een slokdarmecho. Hiermee kan de met name de reden waarom de tricuspidalisklep lekt nog duidelijker in beeld worden gebracht. Als er een indicatie is om een operatie uit te voeren, dan vinden er nog aanvullende voorbereidende onderzoeken plaats.

Behandeling

Tricuspidalisklepstenose

Als er sprake is van een ernstige tricuspidalisklepstenose dan kan het nodig zijn om een operatie te ondergaan. Hierbij is het dan meestal noodzakelijk om de klep te vervangen. Er zijn dan 2 mogelijkheden:

- Biologische klep
Een biologische klep is meestal gemaakt van weefsel van een koe of een varken. Een biologische klep lijkt erg op een menselijke klep en hiervoor is het niet nodig om langdurig bloedverdunners te slikken (alleen soms in de eerste periode na de operatie). Aan de andere kant is de levensduur van dit type klep beperkt. Meestal gaan biologische kleppen ~15 jaar mee en moeten dan opnieuw vervangen worden. Afhankelijk van uw leeftijd en medische conditie kan dat te zijner tijd mogelijk middels een klepimplantatie via de lies.

Mechanische klep
Een mechanische klep is gemaakt van metaal. Deze klep tikt elke keer bij het sluiten en u moet levenslang bloedverdunners gebruiken omdat er een grotere kans is op de vorming van bloedstolsels op een mechanische klep. Aan de andere kant is de levensduur van deze kleppen wel erg goed. Meestal gaat een mechanische klep een leven lang mee.

Tricuspidalisklepinsufficiëntie

De behandeling van een tricuspidalisinsufficiëntie is voor het grootste deel afhankelijk van de oorzaak van de lekkage. Door de oorzaak aan te pakken en de druk op de klep te verminderen neemt de lekkage af. De cardioloog zal u vaak plasmedicatie voorschrijven en dit is soms al voldoende behandeling.

Als ondanks medicatie en het wegnemen van de onderliggende oorzaak de tricuspidalisklepinsufficiëntie blijft, dan kan een ingreep aan de tricuspidalisklep nodig zijn. Er zijn dan meerdere opties:

  1. Tricuspidalisklepreparatie
    De meest voorkomende behandeling is reparatie van de tricuspidalisklep (tricuspidalisklepplastiek). Meestal is het voldoende om een ring rondom de klep te plaatsen om op die manier de klepbladen weer dichter naar elkaar toe te brengen en daarmee te zorgen dat deze weer goed sluit. Vaak gebeurt deze operatie samen met een operatie van één van de andere kleppen, zoals bijvoorbeeld samen met een mitralisklepreparatie of een aortaklepvervanging.
  2. Tricuspidalisklepvervanging
    Het gebeurt zelden dat de tricuspidalisklep vanwege lekkage vervangen moet worden. Dit is met name het geval bij patiënten met een aangeboren afwijking aan de klep of bij patiënten bij wie de klep erg beschadigd is door een endocarditis of pacemakerlead. Er kan dan gekozen worden voor een biologische klep of een mechanische klep (zie bovenstaand)
  3. Behandeling via de lies (Triclip of Cardioband)
    Als er sprake is van een ernstige tricuspidaliskleplekkage ondanks behandeling van de onderliggende oorzaak en u houdt veel klachten, maar u bent in onvoldoende medische conditie om een open hart operatie te kunnen ondergaan, dan is er soms een mogelijkheid om de lekkage te verminderen middels een behandeling via de lies. Er zijn hiervoor op dit moment 2 mogelijkheden:

    - Triclip
    Bij een triclip behandeling worden 2 van de 3 klepbladen aan elkaar geclipt middels een soort wasknijper. Dit zorgt er niet voor dat alle lekkage wordt weggenomen, maar kan wel een deel van de lekkage verhelpen en er op die manier voor zorgen dat u minder klachten ervaart. Meestal worden er meerdere clips geplaatst. Uiteindelijk moet er een balans gevonden worden tussen enerzijds de lekkage zo goed mogelijk verminderen en anderzijds ervoor zorgen dat de klep nog wel voldoende opent.
    - Cardioband
    Bij een cardioband wordt er een band rondom de klep vastgemaakt met een heleboel kleine schroefjes, die zich verankeren in de hartspier. Als de band op z’n plek zit kan deze worden aangetrokken om zo de basis van de klepbladen dichter naar elkaar toe te brengen en daarmee de lekkage te verminderen.

Nazorg

Als uw tricuspidalisklep middels een operatie gerepareerd of vervangen wordt, dan moet u daar eerst van herstellen en blijft u nadien onder controle. De opname na de operatie duurt gemiddeld 7-10 dagen als alles verder goed is gegaan. U wordt verwezen naar hartrevalidatie om weer op conditie te komen, dit start ongeveer 6 weken na de operatie.

Het eerste jaar na de operatie wordt u meestal gecontroleerd door een verpleegkundig specialist die gespecialiseerd is in de postoperatieve zorg. Ook kan het zijn dat u een box mee naar huis krijgt met daarin meetapparatuur zoals een bloeddrukmeter en een stappenteller waarmee u zelf uw herstel in de gaten houdt. Na dat eerste jaar komt u weer bij uw eigen cardioloog voor controle. De frequentie van de controles hangt af van het type operatie dat u hebt ondergaan en hoe het met u gaat.

Als uw tricuspidalisklep middels een behandeling via de lies (triclip of cardioband) behandeld wordt, dan is het herstel meestal vlotter. U mag meestal één of enkele dagen na de behandeling alweer naar huis als alles goed is gegaan. U komt in het eerste jaar meerdere keren voor controle, daarna bepaalt uw cardioloog hoe vaak u voor controle moet komen.  

Behandelteam

Het behandelteam bestaat uit een cardioloog en een cardiothoracaal chirurg. Daarnaast is er een belangrijke rol voor de verpleegkundig specialist die u nauwkeurig controleert rondom de operatie.