Elektrofysiologisch onderzoek

Wanneer een ECG niet genoeg informatie geeft over de oorzaak van de hartritmestoornis kan een elektrofysiologisch onderzoek uitkomst bieden. 

Tijdens het elektrofysiologisch onderzoek (EFO) wordt geprobeerd een hartritmestoornis kunstmatig op te wekken door bepaalde plaatsen van de hartspier met elektrische prikkels te stimuleren. Hierdoor krijgt de cardioloog meer informatie over de oorzaak van de hartritmestoornis en over de plek waar deze in het hart ontstaat. Aan de hand van deze bevindingen kan de cardioloog bepalen welke behandeling voor u het meest geschikt is.

Algemeen

Voor een elektrofysiologisch onderzoek wordt u 1 tot 2 dagen opgenomen in het LUMC.

Als u zwanger bent, moet u dit van tevoren aangeven. Tijdens het elektrofysiologisch onderzoek wordt namelijk gebruik gemaakt van röntgenstraling die voor u niet schadelijk is, maar wel voor het ongeboren kind. Wanneer de opnameperiode samenvalt met uw menstruatie, moet u dit doorgeven aan de secretaresse. Tijdens het EFO wordt namelijk gebruik gemaakt van heparine, een bloedverdunnend middel.

Voorbereiding

Het kan zijn dat u enkele dagen voor de opname moet stoppen met het innemen van bepaalde medicijnen. Hierdoor kan de cardioloog de ritmestoornis tijdens het onderzoek gemakkelijker oproepen. Als dit het geval is, zal de cardioloog dit vooraf met u bespreken. Wanneer u antistollingsmiddelen gebruikt, zoals de medicijnen Marcoumar en Sintrommitis, moet u de trombosedienst op de hoogte stellen van uw opname in het LUMC.

Met uitzondering van een licht ontbijt (twee beschuitjes en een kopje thee) dient u voorafgaand aan het onderzoek nuchter te zijn. Verder zal de verpleging uw liezen scheren om een mogelijke infectie te voorkomen. Mocht u erg tegen het onderzoek opzien, dan kunt u kalmerende medicijnen krijgen.

Het onderzoek

Het elektrofysiologisch onderzoek vindt plaats op de Hartkatheterisatieafdeling. Op de hartkatheterisatiekamer neemt u plaats op de behandeltafel. Hier krijgt u ECG-stickers op uw borst geplakt zodat het hartritme in de gaten kan worden gehouden. Na desinfectie van de liezen wordt u afgedekt met steriele lakens. Tijdens het onderzoek worden een aantal dunne draden, ofwel elektrodekatheters, via de bloedvaten naar het hart opgeschoven. Meestal worden de aders, na lokale verdoving, in de (rechter)lies aangeprikt. Vervolgens brengt de cardioloog hulsjes, zogenaamde sheaths, aan. Via deze hulzen worden de elektrodekatheters met behulp van röntgenapparatuur naar het hart geleid. Hier voelt u niets van.

Wanneer de katheters op hun plek liggen worden deze aangesloten op speciale ECG-apparatuur. De cardioloog zal nu eerst een aantal keer het normale hartritme meten. Vervolgens wordt uw hartritmestoornis kunstmatig opgewekt. Dit kan door middel van prikkels via de elektrodekatheters, maar er kunnen ook medicijnen worden toegediend. U kunt voelen dat uw hart sneller slaat, overslaat, of in de keel klopt. Soms kunt ook duizelig worden. De ritmestoring wordt op een ECG vastgelegd.

Aan de hand van de metingen kan de cardioloog bepalen welke behandeling voor u nodig is. Wanneer de opgewekte ritmestoornis niet vanzelf overgaat, zal de cardioloog het hart door middel van medicatie of prikkels in het normale hartritme terugbrengen. Hierna volgt in sommige gevallen ook direct de behandeling.

Het onderzoek kan 1 tot 5 uur duren.

Nazorg

Als alle metingen zijn vastgelegd, worden de elektrodekatheters en hulzen verwijderd. De arts drukt gedurende 10 minuten de aangeprikte lies af en u krijgt een drukkende pleister. U kunt nu terug naar de verpleegafdeling.

Het drukverband moet ongeveer vier uur blijven zitten. Gedurende deze vier uur mag u niet uit bed en moet u uw been stilhouden. Na vier uur wordt het verband verwijderd en mag u weer uit bed.

Wanneer alles naar wens verloopt, mag u dezelfde dag nog naar huis. Het is verstandig dat iemand u ophaalt uit het ziekenhuis, want u mag niet autorijden of fietsen. Ook in de eerste dagen na het onderzoek mag u niet sporten of zwaar tillen.